Rondje Noord Holland zeilen met de Zeesmurf

20 september 2013 - Den Haag, Nederland

Zeesmurf Sinds ik vorig jaar met mijn broer twee dagen in Sneek heb gezeild heb ik de smaak te pakken. Het was de eerste keer dat ik zeilde. Sinds die tijd ben ik voorzichtig naar zeilbootjes gaan kijken. In April heb in de Zeesmurf gekocht, een Corribee 21 ft, een zeewaardig zeilbootje van 6 meter. Inmiddels heb ik ieder weekend gevaren en heb met windkracht 0 t/m 7 gezeild. Aangezien het er in de zomervakantie niet van is gekomen om met mijn broertje te gaan zeilen, hebben we maar een plan gemaakt om snel na de zomervakantie een tochtje te maken. Het moet een rondje Noord Holland worden. De bedoeling is dat we donderdag 12 sept vanuit Spakenburg vertrekken. De eerste dag willen we naar IJmuiden, dan de tweede dag over de Noordzee door het Marsdiep naar Den Helder, dag 3 door de Stevinsluisen het IJsselmeer op en de 4e dag over het Markermeer terug naar Spakenburg. Uit ervaring weet ik dat we op zee met stroming te maken krijgen. We zijn nu informatie aan het zoeken op internet en bij familie, vrienden, collega’s en kennissen. We zijn een stuk wijzer geworden maar een duidelijk plan hebben we er niet van kunnen maken. Wat duidelijk is geworden is dat we bij het Marsdiep de stroming tegen hebben als we daar volgens planning aankomen. We hebben een App gedownload met een plotter en die ziet er handig uit, behalve dat onze telefoonschermpjes niet al te groot zijn. Gisteren heb ik inkopen gedaan. Ik heb eten en drinken ingeslagen. Vooral de “klikblikken” vind ik geweldig! Het zijn blikken met soep en Gluhwein die zichzelf opwarmen, een systeem dat ook het Amerikaanse leger gebruikt voor zijn rantsoenen. Verder heb ik 18L drinkwater gekocht en een fles Whisky. Het is niet de bedoeling om hier tijdens het varen te veel van te drinken want ik heb ontdekt dat drank en zeilen niet echt een goede combi is. Goed, we hebben een plan en daarvoor moet nog wel het een en ander geregeld worden. We moeten even toestemming regelen van thuis en van onze bazen. Dat is gelukt! Verder zijn we afhankelijk van de weersomstandigheden. Die houden we angstvallig in de gaten. Met te weinig wind wordt het wel lastig om in vier dagen 250km af te leggen en met te veel wind valt er met mijn bootje ook niet echt veilig meer te zeilen. Voor alsnog zien de voorspellingen er goed uit, al zit er wel verschil in. Ik ben tot nu toe windkracht 2 t/m 5 Bft tegen gekomen. Het mooiste zou 4 Bft zijn en dan nog het liefst uit een gunstige richting. Het is nu dinsdag en het stormt en er zijn hevige buien, hopelijk verdwijnt dit vandaag of morgen. Er zijn waarschuwingen voor de scheepvaart op zee en grote binnenwateren. Vandaag is het 11 sept, de wind is gelukkig minder geworden. Op school is het rommelig en ik ben best moe. Nog even met broertje gebeld en gewappt. Mijn vrouw is tussen de middag langs gekomen op mijn werk om een bakkie te drinken, gezellig! Collega’s vragen of de reis nog door gaat, wensen ons in ieder geval veel succes en we moeten blijven drijven. Na mijn werk thuis gekomen kan ik maar niet aan inpakken toe komen. OK ik heb de afgelopen dagen wel het een en ander bij elkaar gesprokkeld maar van daadwerkelijk inpakken is het niet gekomen. Het wordt steeds later en het moet er toch een keer van komen.Beginnen dan maar, nee eerst nog even douchen. Het is nu bijna 7 uur, we wachten op de “breng Chinees”. Langzaam aan stapelen de gevulde tassen zich in de huiskamer op. Onze poes heeft al in alle tassen gezeten, ik denk dat ze mee wil. Ik begin nu toch echt de spanning te voelen! Oh ja, “zout” tijdens onze zeiltocht in Sneek hadden we geen zout bij ons en toen hebben we onze eitjes met zoute frietjes bedekt. Na het eten verder inpakken, lijstje checken, auto inladen en op weg naar broertje. Bij broertje aangekomen laden we zijn spullen in, ongelooflijk veel zooi bij elkaar! Ben benieuwd of we het allemaal in de Zeesmurf krijgen. Op weg naar Spakenburg, best spannend allemaal. In het licht van een zaklamp probeer ik iets te krabbelen. We hebben een gedeelte van de spullen vanuit de auto naar de boot overgeheveld. Er waren een aantal kussens nat, we hebben ze in het toiletgebouw droog gemaakt en in plastic verpakt. De lucht is helder en er zijn veel sterren te zien, ik zie ook mijn vriendje de Grote Beer. Mijn broer haalt een plaid uit mijn auto want de slaapzak die ik bij me heb voelt wel erg dun aan. Ik hoor wat touwtjes zachtjes tikken tegen de masten van de zeilboten. Een heerlijk geluid! Het tikken gaat over in een bui, de bui wordt steeds heviger. Om half twee regent het nog steeds. De Zeesmurf blijkt niet waterdicht, het bed van broertje wordt nat. Mijn bedje blijft droog. Ik heb per ongeluk de goede kant uitgekozen, dit komt omdat ik meestal met mijn hoofd naar rechts slaap en in mijn kooi niet echt veel draairuimte heb. Met Ducttape worden wat noodreparaties uitgevoerd. Twee keer eruit klimmen om te plassen. We blijven lang kletsen. De ruimten waar we in slapen zijn klein en vrij krap maar ze voldoen. We hebben twee keer het luikje voor de ingang van het kajuitje weggehaald om frisse lucht binnen te krijgen, maar beide keren kwam de regen naar binnen.

Donderdag 12 september, dag  1

Om een uur of zes wordt het iets lichter. Het is nu heel hard aan het plenzen. Op de buienradar is te zien dat de bui precies boven ons hangt. Ik heb keelpijn, buikpijn en ik word verkouden. Om zeven uur is het redelijk licht. Om half acht naar het toiletgebouw, tanden poetsen. Auto verder uitladen. Motortje starten…Touwen los! We zijn op reis! Het is droog, het zonnetje komt voorzichtig op tussen de wolken. We varen nu op het motortje op het Eemmeer, er is weinig wind. De wind die er is komt uit het Westen, wij varen richting Noord West. Het water is kalm, het motortje pruttelt en broertje zit aan de helmstok. Het is mooi fotoweer! 10.48 uur, we varen nu op het IJmeer de wind is NW3, kleine golfjes en het is droog. We varen richting Pampus, grijze lucht wind tegen, de hele weg NW. Op het IJ aangekomen komen we bij een brug waarvan we niet weten of we er onderdoor kunnen. De brughoogte meter geeft aan 8.30m, we weten niet wat de hoogte is van de Zeesmurf. Eigenlijk hebben we geen zin om te wachten tot de brug open gaat. Proberen dan maar. We passen nèt, de marifoonantenne raakt de brug. Oranjesluis ging prima, we waren er snel door heen. Op het IJ varen veel veerponten en Vleugelboten van Connexxion, verder nog vrachtverkeer er is weinig pleziervaart. In Amsterdam is veel bedrijvigheid te zien zoals, fabrieken met hoge schoorstenen het dok, musea. Na het IJ het Noordzeekanaal op, in de verte zijn de twee bekende schoorstenen van IJmuiden al te zien. We varen richting sluis, wij moeten de linker hebben. Nog even lekker tegen een gebouwtje plassen, dat gaat net iets gemakkelijker dan schommelend in een emmer. Bij deze sluis heb ik nog een anekdote:

Lang geleden, ik was een jaar of 19, hadden we een ijzeren bootje van 4m met een 4PK motortje. Ik was met mijn neefje op vakantie. Het motortje kon ons met moeite stapvoets vooruit duwen. Wij lagen bij deze sluis en hoorden vanaf een hoge kademuur een bebaarde man roepen: “Jongetjes, zijn jullie levens moe!?”   Dus wij geïrriteerd: “Nee, hoezo?”  De beste man: “Weten jullie waar jullie uit komen als jullie door de sluis zijn?”   En wij: “Ja duh, het Noordzeekanaal natuurlijk!”  “Nee” zei de beste man, “hier achter is de zee ...” 

Ik ben hem nog dankbaar, we waren bij de eerste golf naar de kelder gegaan. Het schutten verliep weer redelijk snel, er stroomde zout water de sluis binnen, Yes! Zoutwater voor de Zeesmurf! Vanaf de eerste meters al hoge golven, zowel van de getijdestroming als van de loodsboot die behoorlijk haast heeft. Aan de linkerkant is de jachthaven van IJmuiden, hier varen we in en meren ons bootje aan. Even uitvinden waar het havenkantoor zich bevindt. Mijn broertje belt en krijgt te horen dat het kantoor niet bemand is, er wordt ons een plekje toegewezen vlakbij de faciliteiten. Er zou daar ook een automaat zijn  waar we ons liggeld zouden kunnen voldoen. Dat vlakbij valt best tegen, we hebben de plek het verst van de faciliteiten. Na 5 min lopen komen we bij een hek dat dmv op een knop te drukken open gaat. Alleen om door het hek terug te kunnen komen heb je een kaartje nodig met een streepjescode uit de automaat. Het lijkt ons een goed plan dat mijn broertje aan de jachthavenkant van het hek blijft wachten. Ik loop met mijn bankpasje naar het kantoor waar de automaat staat. Pasje er in, foutmelding. Nog een keer, foutmelding. Nog een keer, er blijkt naast de automaat een touchscreen te zijn waarop ik mijn gegevens moet intoetsen, nummer van de ligplaats, lengte boot, aantal personen, aantal nachten. Allemaal ingevuld, pasje erin, foutmelding. Inmiddels staat er een vrouw achter me te wachten om haar havengeld te voldoen. Ik vertel haar dat het mij niet gelukt is en wenst haar succes! Gegevens ingevuld, pasje erin en ja hoor, betaald! Alleen geeft het apparaat geen kaartjes. Ik let op haar hondje en zij gaat kijken of er boven iemand is. Er komt een man met haar mee om te helpen. Hij drukt overal op, slaat tegen het apparaat maar het apparaat geeft geen draad. Hij gaat op zoek naar de directeur, die blijkt boven aan de trap te wonen. Ook zijn handelingen helpen niet. Hij vertelt dat het apparaat steeds in storing is, maar daarmee hebben wij nog geen kaartjes. Ik heb mijn telefoon niet bij me en kan broertje niet op de hoogte stellen. Uiteindelijk gaan we een kantoortje in en koop ik met cash geld twee kaartjes. Hij zet er een handtekening op voor het geval er controle zou komen. Best goed beveiligd die haven van IJmuiden! Hoera! Ik heb kaartjes, we kunnen nu naar de WC en douchen. De faciliteiten zien er heel netjes uit, beetje jammer dat tegen de tijd dat we bij de boot zijn alweer naar de WC moeten. In de avond komt er een zeilboot naast ons liggen. We maken kennis, het zijn jonge mensen en ze zijn op doorreis naar Frankrijk. Ze zijn uit Den Oever komen zeilen en het is een heftig tochtje geweest. Hun boot komt uit Spakenburg. Ik vraag nog wat tips voor onze tocht richting Den Helder. Het belangrijkste schijnt te zijn om niet om te slaan. Ik dacht eigenlijk dat dat niet kon. ’s Avonds eten we zo’n lekkere maaltijd, gedroogde noodles waar heet water op gegoten moet worden. De jachthaven ziet er mooi uit in de avond, het water wordt glad. De ondergaande zon, de wolken en de masten maken er een mooi plaatje van. Slokje Whisky en proberen te slapen. Slapen wil niet lukken, dan maar wachten tot het licht wordt. Op de jachthaven hangt een bord met de getijden en de weersverwachting. Wind ZW3, hoogwater 08.50 uur. Volgens de informatie van Watersportalmanak is de beste vertrektijd richting Den Helder: 2 uur voor hoogwater IJmuiden. Dit leek me een beetje vreemd en heb ik bij vrienden informatie ingewonnen. Hier zaten wel opties bij die me beter leken maar om in het donker te vertrekken vinden we geen optie en we hebben geen geduld om tot de middag te wachten. De vorige eigenaar van de Zeesmurf heeft op dit zelfde rondje een vluchthaven op Texel op moeten zoeken omdat ze niet tijdens kentering met tegenwind door het Marsdiep kwamen.

Vrijdag 13 september,     dag 2

We zien even na 7 uur al wat scheepjes vertrekken. We volgen zonder ontbijt of koffie hun voorbeeld. Er staat wat deining tussen de havenarmen. Het is een heel mooi gezicht om de zon boven IJmuiden op te zien komen! We komen nu op open zee, het geeft een heel gaaf gevoel! Van hieruit kunnen we de hele wereld over varen, dit water staat in verbinding met Engeland, Australië, de Noordpool, Cape Horn, alles! Ook buiten de veilige armen van de haven blijkt deining te staan. Door de deining, de spanning en omdat hij zich toch al niet zo lekker voelt wordt broertje misselijk. We hebben de ZW wind en de stroming mee. We moeten een klein beetje laveren maar het zeilt prima. Het lijkt ons het beste om een eindje uit de kust te blijven zodat we niet in de branding varen. We komen langs een windmolenpark dat in zee staat. De eerste plaats waar we langs varen is Egmond aan Zee. In het hele stuk tussen IJmuiden en Den Helder zijn geen havens, er valt dus nergens te vluchten. Laten we maar hopen dat alles goed gaat. Het wordt wel spannend als we in de buurt van Den Helder komen. Behalve dat broertje nog steeds misselijk is en ik buikpijn heb verloopt het stuk zeezeilen prima. Even voorbij de Hondsbossche Zeewering kijk ik voor het eerst hoe laat het is. We hebben een behoorlijke vaart gehad zo te zien. We zijn 5 KM voor Den Helder, de golven worden wat hoger. Op ons Appje zien we dat het in Den Helder rond eind hoog water is. We willen eigenlijk dicht langs de kust gaan varen. Dit plan pas ik te plekke aan, ik stuur schuin richting zee naar de vaargeul , door deze te volgen hebben we halve wind en kunnen we redelijk wat vaart maken. Links zou Noorderhaaks ofwel de “Razende Bol” moeten liggen maar die zien we niet liggen. We zien wel een zeehondje. Broertje start het motortje om extra vaart te maken, of het helpt weten we niet maar het gaat er nu echt om spannen. We zien de TESO varen, direct na de TESO moeten naar rechts, naar de Koninklijke Marine Jacht Club. De lucht wordt al grauwer en het wordt nevelig. We varen net op tijd de KMJC binnen en leggen de Zeesmurf aan een langssteiger. Vooral broertje is blij dat hij weer even vaste wal onder zijn voeten heeft. In de haven staat een benzinepomp die mijn broertje gerepareerd heeft, best toevallig. Het dringt allemaal nog niet goed tot me door, waar we mee bezig zijn en dat we nu daadwerkelijk al in Den Helder zijn gekomen. We zijn al een eind op weg, maar we zijn er nog niet. We gaan op zoek naar de havenmeester maar er hangt een briefje dat indien afwezig, we een vrije plaats uit kunnen kiezen, passende bij de lengte van de boot. Het wordt mistig, ik klim de trap op en loop naar het water. Het is mistig geworden, Texel is niet meer te zien. Aan een groene boei in het water is te zien dat het water uit de Waddenzee al richting zee stroomt. Weer terug in de jachthaven is het water al een stukje gezakt, we zijn echt net op tijd! De nevel verandert in regen. Er komt nog een zeilboot binnen. Er komt een leuke dame aanwijzingen geven. Het blijkt de havenmeester(esse) te zijn. Ik ben loop naar haar toe en vraag waar we kunnen liggen. We kunnen deze plek houden. Ik vertel haar waar we vandaan komen en vraag advies over ons vertrek morgen richting Den Oever. Volgens haar zijn we inderdaad net op tijd. We waren even voor 15.00 uur binnen, als we het niet hadden gehaald hadden we tot 20.00 uur tegen de stroom in blijven hangen, of we hadden wat rond moeten gaan varen op zee. Ze heeft  veel verhalen van schepen die niet door de stroming kwamen. Ze vertelt ook dat we in de club kunnen eten en dat ze daar “Blauwe Hap” serveren. Ze raadt ons aan om 17.00 te gaan eten aangezien ze niet weet of er wel veel mensen zouden komen eten. Bij het clubgebouw zijn ook douches, toiletten en … wasdrogers! Leve de uitvinder hiervan. Kleren, kussens alles dat nat is stopt mijn broertje erin. Hij is gaan douchen en komt een tijdje later weer fris ruikend terug. Het is inmiddels even voor vijven en we lopen richting clubgebouw. Het is nog dicht dus lopen we in ons regenpak langs het water. We zien de TESO’s aankomen en vertrekken. Aan de boeien te zien staat er nu een behoorlijke stroming richting Noordzee. Even na vijf uur is het clubgebouw open en worden we hartelijk welkom geheten. We kiezen een plaatsje uit met Wadden Zeezicht en bestellen vast een biertje. Heerlijk! We krijgen een menulijst maar ik weet al wat ik wil! “Blauwe Hap”. Er worden twee goed verzorgde borden met Nasi, Saté pindasaus en verdere toebehoren geserveerd. We hebben hier geen spijt van, het smaakt heerlijk! We ontmoeten mede zeilers die ons onderweg hebben zien varen. Als afsluiter nemen we nog een glaasje Famous Grouse. We wandelen nog even langs het havengebied, er liggen hier uiteraard veel Marineschepen. De haven ziet er mooi uit in de avond, de lucht is grijs, de Marineschepen zijn grijs maar er zijn veel lichtjes die het geheel een stuk vrolijker maken. We gaan terug naar de boot, praten de dag nog wat na en gaan proberen te slapen. Broertje heeft in ieder geval even een droge slaapzak en kussen.

Zaterdag 14 september   dag 3

We vertrekken uit de jachthaven en varen de Waddenzee op. De Waddenzee is grijs en de lucht er boven ook, de wind trekt aan. We volgen de vaargeul richting Den Oever, de wind draait iets, van West naar Noordwest. Gelukkig is de betonning nog te zien, buiten de vaargeul is het erg ondiep. Het is nog best een eindje varen. Het is NW 7 als we bij de Stevinsluis aankomen. We kiezen er voor om ons bootje aan te meren, de meerpalen zijn aan lager wal. De andere schepen meren niet aan, ze proberen rondjes te blijven varen. We weten niet of we er verstandig aan doen om hier te liggen, ons bootje wordt bruut tegen de meerpalen geblazen, ik probeer door op het gangboord te zitten met mijn voeten de boot enigszins van de kant te houden maar dat lukt niet echt. We weten niet hoelang we hier nog moeten wachten en ik ga proberen de sluiswachter te bellen.Dit lukt niet, mijn telefoon is nat en doet niet wat ik wil. Even later belt door mijn dochter, ik kan niet goed horen wat ze vraagt en leg haar uit dat ik echt met andere dingen bezig ben. Eindelijk zie ik het licht op groen/rood springen. We maken ons klaar om de sluis in te varen. Als het licht groen is laten we de andere zeilers voor gaan. In de sluis kunnen we heel even tot rust komen. Er is ook een grote zeilboot met Duitsers, ze vragen iets van “Wohin gehen Sie?” “Enkhuizen” zeg ik. Ze kijken verbaasd en lachen een beetje bezorgd. De sluis gaat open en het water wordt weer zoet. We varen de sluis uit en de meeste zeilboten gaan gelijk rechts af de jachthaven in. Twee boten gaan het IJsselmeer op, wij ook! Ik zie de boten behoorlijke klappen maken in het water, er staan behoorlijke golven. We besluiten om maar een stukje op het motortje te varen. Ons bootje is een speelbal in de golven, we worden van links naar rechts geslingerd en de boeg en het achterschip verdwijnen om de beurt in het water. Het motortje hapt water en lucht en … stopt …! Broertje probeert het motortje te starten, dit lukt maar hij blijft het niet lang doen. Vroeg ik me in Den Helder nog af of ik droomde, of ik dit allemaal echt mee maakte, zo vraag ik me nu af in wat voor een nare droom ik terecht ben gekomen. Doe ik me dit zelf allemaal aan.. en waarom? Hij start nog een keer en we willen terug om ook beschutting te zoeken in de jachthaven. Half gekeerd stopt het motortje weer, nu wil hij helemaal niets meer doen. We besluiten de fok op te zetten. Met bruut geweld knalt de wind in de fok, echt prettig zeilt dit niet zo en het grootzeil durven we niet te hijsen. Ik zie op mijn Appje dat we vlak bij het werkhaventje de Oude Zeug zijn. We proberen hier in te varen, we hebben de peddels en de pikhaak bij de hand. We zien het piertje van het haventje, ik stuur er op in maar de wind wil ons er voorbij blazen. We wagen toch nog een poging om hard peddelend er in te varen maar we klappen bijna op de rotsachtige pier. Mijn broertje roept: “We halen het niet, trek de fok in!” Ik trek zo snel als ik kan de rolfok naar binnen maar hij rolt niet helemaal goed op en begint heel hard te klapperen, zo heftig dat hij uiteindelijk kapot scheurt. Direct na het werkhaventje is nog een inham waarin drie oude grote vrachtschepen liggen. Hier staat een bord “Verboden in te varen” maar we gaan een poging wagen om het toch te doen. Met een behoorlijke vaart komen we op de ingang af, broertje stuurt in en ik peddel me wezenloos, het lijkt alsof het niet helpt, ik roep tegen broertje “Ook peddelen!!” Peddelen, peddelen peddelen!! We halen het op het nippertje, broertje stuurt in de richting van een van de vrachtschepen. We varen hier met een noodgang langs, aan het schip hangt een touw dat broertje probeert te grijpen maar we gaan te hard. Ik spring naar voren en gooi het anker over boord. Langzaam remmen we af. Oeps, dit ging maar net goed! Hoe nu verder, we liggen nog wat in de wind en er zijn zelfs hier nog golfjes. Tussen twee schepen hangt een kabel, ik zoek een klos touw, knoop er een rol tape aan en probeer het over de kabel te gooien om ons iets in de luwte te kunnen trekken. De kracht is uit mijn armen van het peddelen, ik waag een aantal pogingen maar het lukt me niet. Broertje is aan de beurt om het te proberen, eerste poging is mis, bij de tweede poging landt de rol tape op het touw en stuit weer terug, de derde poging is raak. Voorzichtig trekken we de Zeesmurf tussen de twee vrachtschepen in. We vervangen het touw door een steviger stuk touw. Even adempauze! Het regent nog en we zijn best doorweekt inmiddels. Eerst maar even uithijgen. Langzaam aan komen we een klein beetje bij en gaan we koffie zetten. Ik pak ook een “klikblik”, dit is een zelf verwarmend blik met soep. Wat moeten we nu? We liggen redelijk veilig al weten we niet of de vrachtschepen niet in eens gaan varen met ons aan het lijntje. We zouden hier kunnen overnachten, het is niet ideaal maar het kan. We kunnen iemand bellen om te vragen hier heen te komen, maar dan? Naar de kant zwemmen, bootje en spullen achter laten? Houdt het rondje Noord Holland hier op? Dat zou wel heel erg jammer zijn! Opgeven willen we niet. Inmiddels is er veel radioverkeer op de Marifoon, de wind is NW7 en er verkeren veel schepen in nood. Broertje belt een vriend maar die weet ook even geen raad. Ik volg de gesprekken op Marifoon kanaal 1, ze gaan ongeveer zo:    Een schipper: “Ik zie hier een omgeslagen jachtje”   Centrale: “Ligt de boot in de vaargeul?”   Schipper: “Nee”   Centrale: “Dobberen er mensen in het water?”   Schipper: ”Ja”   Centrale: “Dragen ze reddingsvesten?”   Schipper: “Ja”   Centrale: “OK dan houden ze het nog wel even uit, het water is niet koud”

Achter af bleek het een record aan reddingen te worden. Aangezien dit nieuws waarschijnlijk ook het thuisfront bereikt, plaats ik een stukje op Facebook en vertel in het kort wat we hebben meegemaakt maar dat het verder goed gaat met ons. Mijn schrift is inmiddels ook zompig geworden. Marifoon valt uit. Maar al zou hij het nog wel doen, de reddingsdiensten hebben hun handen vol. Zonnepaneel is tijdens onze vluchtpoging ook gesneuveld. Plan bedenken, wat zijn de opties? Hier blijven liggen, bootje proberen iets te verplaatsen, naar de kant zwemmen en de omgeving verkennen, iemand op bellen om ons te komen halen, weten we iemand die een langstaart motortje heeft? Inmiddels komen er al aardig wat reactie binnen op Facebook, het nieuws heeft inderdaad het thuisfront bereikt en er zijn wat mensen bezorgd, lief! Broertje heeft een plan bedacht! Als ik nou probeer het motortje te maken en jij probeert de fok te repareren. OK “Let’s go!” Gelukkig heb ik de oude zeiltjes die ik bij de boot kreeg bewaard. Ik heb nog nooit van mijn leven een zeil op een boot gezet maar als ik goed kijk hoe het oude zeil zit dan moet het andere zeil er in omgekeerde volgorde weer op. Ik ben even aan het stoeien in de nog steeds stromende regen, maar het lukt, we hebben weer een fok! Broertje krijgt het motortje weer aan de praat, hij kreeg geen benzine. Mooi, we hebben weer een werkend motortje en een fokzeil. De wind is nog niet afgenomen. Maar er is weer hoop! Na een tijdje wordt de wind ietsje minder, het is nu NW6. We gaan toch maar een poging wagen om naar Medemblik te varen, daar is een jachthaven en dat ligt tocht iets prettiger. De benzinetank zetten we in de stuurkuip, zodat we hem in de gaten kunnen houden. Broertje start het motortje, hij doet het! We puzzelen een volgorde uit om de touwen los te maken en het anker te hijsen. Het lukt, we varen. Direct uit onze vluchthaven varen we weer op het wilde water van het IJsselmeer, er staan nog behoorlijke golven. De lucht is grijs maar in de verte zien we een flauw zonnetje. Ik ga het fokzeil uitproberen, hij is wat aan de grote kant maar hij doet het prima! We varen richting Medemblik, we komen in de buurt en ik haal vast het fokzeil naar binnen. We moeten ons even oriënteren welke jachthaven we moeten hebben. Broertje is in Medemblik op vakantie geweest en we zoeken eigenlijk de jachthaven waar hij geweest is. We varen door een kanaaltje Medemblik binnen, we gaan hier links af naar een van de jachthavens. We worden bijna als helden ontvangen! We meren even af en broertje gaat op zoek naar de havenmeester. Er is geen havenkantoor te vinden maar wel een bordje met “hier melden”, het is een soort praatpaal. Hij legt ons verhaal uit en vraagt waar we mogen liggen. We krijgen een plek toegewezen. Het is een hele ruime plek, we moeten improviseren hoe we ons bootje vast leggen. In Medemblik is het een drukte van jewelste, er is een evenement gaande met verklede mensen, muziek, dans we horen zelfs doedelzakken. We hebben een plek in een jachthaven, het zonnetje komt door, we zijn gelukkig! We gaan de wal op om te eten. We zien de zon achter de zeilboten verdwijnen, het is een mooi plaatje. Broertje weet een patatzaak, we bestellen een broodje kroket en patat, we nemen er een biertje bij en proosten op de goede afloop! Er komen allemaal verklede mensen de zaak binnen, het is gezellig. We nemen nog een biertje en bekijken de opties om verder te gaan. Er zijn verschillende opties mogelijk; bootje laten liggen en ons op laten halen.Voordeel, we slapen vannacht thuis in een droog en warm bed en we lopen geen verdere risico’s. Nadeel, bootje laten liggen kost ongeveer €17,50 per nacht en het blijft de komende dagen waaien dus zou ons bootje er een tijdje moeten blijven liggen. En het bootje moet weer een keer opgehaald. En mijn auto staat in Spakenburg. Andere optie: Lekker douchen, gaan slapen en kijken wat de dag ons morgen brengt. Voordeel, als het lukt kunnen we ons rondje echt af maken. We hoeven niemand in te schakelen en als we het halen komen we met al onze spullen gewoon in Spakenburg aan waar de auto staat. En de Zeesmurf ligt in zijn thuishaven. Nadeel: Risico op slecht weer, en er zou onder weg nog wel eens iets stuk kunnen gaan. We weten niet hoever we komen. Ik neem een slok Whisky en ga proberen te slapen. We zijn blij dat we op een echte jachthaven de nacht door kunnen brengen. Heerlijke douches, en …toiletten!

Zondag 15 september,    dag 4

We hebben heerlijk geslapen, zodra het licht is ga ik nog even langs het toilet en kijk onderweg of ik de havenmeester zie. De havenmeester kan ik niet vinden en we willen toch echt weg. Dit was een goedkope jachthaven. De zon komt op en de wereld ziet er heel mooi uit zo! Het water in het kanaaltje is spiegelglad, er is weinig wind. Op het IJsselmeer hijsen we de zeilen en varen richting Enkhuizen. Op de marifoon, die nu weer een teken van leven vertoont, horen we op kanaal 1 het weerbericht. Windkracht 3 tot 4 ZW met later in de middag 5 tot 6 ZW. We besluiten om gebruik te maken van deze voorspelling en willen bij Enkhuizen het IJsselmeer oversteken naar het Ketelmeer. Als het goed is zijn we voor de harde wind op de Randmeren. Ik voel druk op mijn borst, er spookt door mijn gedachte “Wat als ik nu ineens een hartinfarct krijg..!” Die gedachte helpt niet om me beter te gaan voelen. We zijn een half uur van Enkhuizen en er komt een tussentijdse weerswaarschuwing, ZW7.We besluiten terug te keren naar Enkhuizen en van af daar de kustlijn aan te houden.Het duurt niet lang voordat het daadwerkelijk windkracht 7 is. In Den Helder is ons verteld welke sluis we moeten nemen. We zien in de verte dat de sluis open is. We hopen heel hard dat we de sluis halen, elke minuut is nu kostbaar! We halen de sluis, meren aan en hebben weer heel even rust. In de sluis roept een meisje tegen haar moeder: ”Kijk de Zeesmurf!” We zien dat naast de sluis nog een sluis is en het schutten gewoon aan één stuk door gaat. De sluis gaat open en we gaan weer varen, er staat een hevige korte golfslag op het Markermeer. Het plan om de kustlijn aan te houden laten we varen, we maken de oversteek naar Volendam. We willen tussen Volendam en Marken door varen. Ik zie net op tijd dat dit niet kan (is pas sinds 1957) We varen om Marken heen, er zijn aardig wat toeristen bij de vuurtoren, “Het Paard van Marken”. Van Marken varen we richting Pampus. De wind houdt aan we varen het hele stuk tegen de wind en de golven in. Er komen hele plenzen water over de boot, gelukkig is het water niet koud, ruim 17 graden. Het blijft de hele middag spannend, de tegenstroom is sterk we varen nog maar amper 5 km per uur. We hebben nog een hele weg te gaan. Links zien we Lelystad, het lijkt of we er nooit voorbij komen. Eindelijk zien we Pampus liggen “YES!” We zien nog een zeilbootje waarvan het zeil alle kanten op klappert, de Reddingsbrigade vaart hem tegemoet. Ik wil om Pampus heen om wat in de luwte te varen maar broertje wil er voor langs omdat het zo een stuk sneller is. We varen voor Pampus langs. In de verte zien we de brug waar we onderdoor moeten naar het Gooimeer. We hebben dan de wind van opzij en hoeven alleen nog maar rechtdoor te varen naar het Eemmeer waar Spakenburg aan ligt. Eindelijk onder de brug, er ligt een bootje van de Reddingsbrigade. Onder de brug door houd ik de groene boeien links aan. We hebben best wat vaart en zijn weer bijna gelukkig… “Bonk!” HUH!? Geen beweging meer in de boot. Ik heb de Zeesmurf met zijn kiel het zand in gevaren. Aan lagerwal nog wel! Broertje zegt, dat ik buiten de vaargeul heb gevaren. Hij heeft gelijk, vreemd ik heb toch de groene boeien links aangehouden. Blijkbaar toch de verkeerde. We proberen met het motortje achteruit te varen maar dat lukt niet, we gaan aan de zijkant hangen om zo de kiel van de bodem af te krijgen. Het lukt niet “Chips!” De Reddingsbrigade merkt ons niet op, de Marifoon laat nog een laatste ruis horen en zwijgt verder in alle talen. Blijven proberen maar. Net als ik het water in wil gaan om weet ik wat te doen komt er beweging in het bootje, heel even en weer vast. Maar we blijken heel langzaam richting vaargeul te bewegen. Na een half uur zijn we weer in de vaargeul en besluiten samen op te letten  waar we varen. We varen het Gooimeer over en zien de laatste brug naar het Eemmeer, we varen er onderdoor en zien rechts de “Dode Hond” liggen, het eiland waar we omheen zeilden toen ik dit bootje ging kopen, thuiswater! Ik ben blij en broertje is blij, hij pakt de fles Whisky en zet hem aan zijn mond, hij loopt naar voren en gaat op de preekstoel zitten, helemaal zalig!

Bijlage

Door ons gebruikte zeiltermen

Zigzaggen

Peddel, peddelen!@!

Hoefijzer

Dat voorzeil

Klikblikken

Ik ga nu een beetje die kant op

Ik ga ff keren

Ballen

Bukken!

Touwtje

Waterbed

Knuppel

Zompig

Klippies

Knots

“Au, kut!”

Quotes

Ik moet het eerst laten bezinken

We zien wel waar het schip strandt

Kijk, die proberen een melkmeisje te forceren

Alleen de dingen die stuk kunnen zijn kapot

Foto’s

3 Reacties

  1. Henk van Gelder:
    18 november 2013
    Goed verslag, een aanmoediging om volgend jaar met mijn Corribee ook iets te ondernemen.
    Een vraag: Kan Erik Rausch mij laten weten hoe hij de reeflijnen (3) op de giek van zijn Corribee heeft bevestigd?
  2. Erik Rausch:
    18 november 2013
    Hallo Henk, veel succes volgend jaar!
    Mijn reeflijnen zitten aan mijn grootzeil vast.
    Ik kan één rif leggen. Aan de kant van mijn mast zit het zeilvast met een D sluiting, en aan de andere kant met een lijn die aan mijn zeil vast zit. Ik maak de D sluiting los en laat het zeil zakken. Op het punt waar de rif komt zitten bij mij allemaal lijntjes aan het zeil, deze kan ik gewoon met een platte knoop om de giek vast maken, de D sluiting komt in het oog dat op die plaats in het zeil zit en aan de andere kant zit op deze hoogte een lijn waarmee ik het zeil strak kan spannen.
    Succes!
    Erik
  3. Henk van Gelder:
    21 november 2013
    Mijn dank voor de duidelijke uitleg.
    groeten,
    Henk